|
||||||||
|
Als je al eens kunt hebben over een “goed bewaard geheim”, dan ben je met Old Californio aan het juiste adres. Deze band uit het zuidelijke deel van Californië is met deze “Old Californio Country” aan zijn vijfde plaat toe, zij het dat de vorige vier vooral lokaal potten braken en meestal bij concerten verkocht werden. Gevolg: een heuse cultstatus voor de band en glimmende wangen bij diegenen, die (één van) die vier platen in hun kast hebben staan. Kennelijk hebben ze nu het licht gezien, want voor de promotie van deze nieuwe, vijfde plaat, werd de hulp ingeroepen van twee van de grootste agenten, die je aan deze kant van de Grote Plas kunt vinden: het Engelse GPromo van Geraint Jones uit Engeland en het Zweedse Hemifrån van Peter Holmstedt, twee mensen, die met de regelmaat van een klok de Europese carrières lanceren van overzeese bands, die het oude Continent willen gaan bestormen. Ik denk, na ampele beluistering van deze CD, dat dit weleens een inslaand succesverhaal zou kunnen worden, want de band rond Woody Aplanalp, de zanger/gitarist en vooral songschrijver en leadzanger Rich Dombrowski slagen erin een bakkersdozijn fraaie nummers bijeen te brengen. De tenorstem van Dembrowski is perfect geschikt voor het zuiders getinte soort country-folk en -rock dat de band brengt. De songs op de plaat zijn een mix van eigen werk en covers van hele groten. Van John Prine zijn er het iets minder bekende “Knockin’ On Your Screen Door” en “The Speed of Sound of Loneliness”, sowieso een standard-song, die niet kapot te krijgen is, net zo min als je fout kunt zitten met Merle Haggard’s Lonesome Fugitive”, Little Feat’s “Willin’” of “Wild Horses” van de Stones. Nog meer fraais is van de hand van Guy Clark (“Stuff that Works”), Neil Young (“Lotta Love”), Bradley Cooper’s “Maybe it’s Time”, uit de film “A star is Born” en van zowat de halve folk- en roots scene met “The Cuckoo”. Ik vind dat een heel fijn lijstje met songs, die al een flink eigen leven geleid hebben en die hier aangevuld worden met drie eigen nummers, die van de hand van drie verschillende schrijvers zijn: “I Say That Too” is van Aplanalp, “Shorten You List” van Dembowski en”I Won’t Cry” kwam uit de pen van Oingo Bongo-bassist en gast op deze plaat, John Avila. Zonder twijfel nog apart te vermelden: de aanwezigheid van nieuwste bandlid Paul Lacques, dobroman en gitarist en vooral fantastische muzikant, die we kennen van bij de onvolprezen “I See Hawks in L.A.” en van de ritmesectie van Lukas Nelson: Anthony LoGerfo op drums en Corey McCormick op bas. Ik denk dat ik daarmee zo’n beetje rond ben met het opsommen van de schare van fijne muzikanten, die achter Old Californio schuilgaan. Of nee, toch niet. Ik vergat er een drietal: bassist Kip Boardman, die onder eigen naam een aantal erg fraaie platen maakte, drummer Justin Smith, die je onmogelijk kunt wegdenken uit de LA-scene en Jon Niemann, wiens naam je als sessiemuzikant kunt terugvinden. Zeg nu zelf, lezer, met dit personeel en deze liedjes kun je toch onmogelijk verkeerd zitten? Dat doet deze dringend te ontdekken band dan ook niet en de zevenenveertig minuten speeltijd van deze plaat vliégt dan ook letterlijk voorbij. Ik mocht hier ten huize bij herhaling vaststellen dat ik niet de enige ben, die al eens op de “repeat”-knop durft te drukken, als deze CD in de lader zit en dat is meestal een goed teken ! (Dani Heyvaert)
|